Periode: 12e – 13e eeuw
Oorsprong: Zuid-India
Materialen: Brons
Dansende Shiva
Shiva is samen met Brahma en Vishnu één van de belangrijkste goden van het hindoeïsme. Hier wordt hij voorgesteld als Shiva Nataraja, de god van de dans: een vierarmige figuur, perfect in balans dansend op één been en omgeven door een vlammenkrans of prahbamandala.
Onder de rechtervoet vertrappelt hij een dwergachtige figuur of apasmara purasha, symbool voor onwetendheid.
Met de afwerende beweging of abhaya-mudra van zijn voorste rechterhand duwt hij de angst weg.
Achteraan rechts houdt hij een damaru in de hand, een trommeltje dat de schepping inluidde, links een vlam of agni, symbool voor het vuur dat de schepping kan vernietigen.
De openingen in de sokkel zijn bestemd voor stokken waarmee het versierde beeld kan worden meegedragen in processies.
Deze voorstelling omvat hiermee de functies van Shiva als schepper, beschermer en vernietiger van het universum.
Museum Kunst & Geschiedenis gebruikt cookies om de gebruikerservaring op deze website te optimaliseren. Door verder te surfen, aanvaard je het gebruik van cookies. Lees meer.